Jacob van Lennep (Amsterdam, 24 maart 1802 – Oosterbeek, 25 augustus 1868) was een Nederlands schrijver, taalkundige en politicus.
Van Lennep werd geboren te Amsterdam als zoon van de schrijver en politicus David Jacob van Lennep. Hij studeerde rechten aan de Universiteit Leiden en verwekte op zijn 20e bij een adellijke vriendin een buitenechtelijk kind, dat door een min werd opgevoed. In 1823 maakte hij met zijn studiegenoot Dirk van Hogendorp een voetreis door de noordelijke -protestanste- Nederlanden. In 1824 studeerde hij af en trouwde datzelfde jaar, tegen de zin van zijn vader, met Henriëtte Röell, waarna hij zich weer in Amsterdam vestigde. Hij bleef een rokkenjager. In 1829 werd hij benoemd tot rijksadvocaat. Een jaar later verhuisde hij naar de Keizersgracht, tegenwoordig nummer 560, waar hij tot zijn dood bleef wonen.
Van Lennep was van 1853 tot 1856 lid van de Tweede Kamer.
In 1868 overleed Jacob van Lennep op 66-jarige leeftijd in Oosterbeek, waar hij op de Oude Begraafplaats begraven ligt.
Van Lennep verzorgde de uitgave van de gedichten van De Schoolmeester (1858), een twaalfdelige editie van de werken van Joost van den Vondel (1850-1868), en Max Havelaar van Multatuli (1860). Terwijl Multatuli het boek had bedoeld als …