RexLegendi reviewed Wij slaven van Suriname by Anton de Kom
Review of 'Wij slaven van Suriname' on 'Goodreads'
4 stars
Wij slaven van Suriname is een indrukwekkende optekening van de geschiedenis van Suriname vanuit antikoloniale ogen. Anton de Kom (1898-1945) publiceerde het werk in 1934 tijdens zijn ballingschap in Nederland. Hij beschrijft de eeuwen waarin Nederland (de ‘Hollanders’) zijn vaderland uitbuitten zowel met cijfers als met schrijnende voorbeelden, waaruit blijkt hoe gruwelijk de bezetting geweest is, ook nadat de slavernij officieel werd afgeschaft op 1 juli 1863 (decennia nadat dit in Frankrijk en Groot-Brittannië al gebeurd was).
Het werk van De Kom leest niet altijd makkelijk vanwege de vele opsommingen, bijvoorbeeld van de opbrengsten van de handel en landbouw. De cijfers plaatsen de persoonlijke verhalen daarentegen wel in een grillige context waarin het recht van de koopman de enige rechtvaardigheid is. Het gebruik van termen als ‘neger’ en ‘blanke’ is wennen, maar te verklaren door de tijd. Ik ben blij dat ik dit boek heb gelezen en dat er tegenwoordig …
Wij slaven van Suriname is een indrukwekkende optekening van de geschiedenis van Suriname vanuit antikoloniale ogen. Anton de Kom (1898-1945) publiceerde het werk in 1934 tijdens zijn ballingschap in Nederland. Hij beschrijft de eeuwen waarin Nederland (de ‘Hollanders’) zijn vaderland uitbuitten zowel met cijfers als met schrijnende voorbeelden, waaruit blijkt hoe gruwelijk de bezetting geweest is, ook nadat de slavernij officieel werd afgeschaft op 1 juli 1863 (decennia nadat dit in Frankrijk en Groot-Brittannië al gebeurd was).
Het werk van De Kom leest niet altijd makkelijk vanwege de vele opsommingen, bijvoorbeeld van de opbrengsten van de handel en landbouw. De cijfers plaatsen de persoonlijke verhalen daarentegen wel in een grillige context waarin het recht van de koopman de enige rechtvaardigheid is. Het gebruik van termen als ‘neger’ en ‘blanke’ is wennen, maar te verklaren door de tijd. Ik ben blij dat ik dit boek heb gelezen en dat er tegenwoordig meer belangstelling voor is.
Op de plantages werken slechts betrekkelijk weinig geboren Surinamers. De herinnering aan deze oorden van verschrikking is afschuwwekkend in de gezinnen blijven leven. Wanneer grootvader, toen wij nog kinderen waren, verteld heeft ‘op die en die plantage ben ik met een “zevenhoekse Spaanse bok” gestraft geworden, daar is grootmoeder vermoord omdat ze de meester niet terwille zijn wou, daar is oom Jantsie of tante Leeza opgehangen’, dan kan men bij ons bezwaarlijk een groot enthousiasme verwachten om zich, tegen een dagloon van zestig cent per dag voor mannen of veertig cent voor vrouwen, naar diezelfde plantage te spoeden.