Back
Virginie Loveling: Een revolverschot (Nederlands language, 2021, De Geus)

De zussen Marie en Georgine Santander wonen na de dood van hun vader en moeder …

Spectaculaire zussentwist

Dit voorjaar was ik enthousiast over Tantes (1924) van Cyriel Buysse, dat zich afspeelt in een Vlaamse dorpsgemeenschap aan het begin van de twintigste eeuw. Een revolverschot van zijn tante Virginie Loveling (1836-1923) maakt nu zelfs nog meer indruk op me. Hoewel ik een pagina of vijftig nodig had om te wennen aan de wat ouderwetse stijl, komt het dorp Vroden – gebaseerd op Nevele in Oost-Vlaanderen – al vlug tot leven. In een wereld waarin meisjes ‘jong’ (lees: ongehuwd) blijven of ‘reuzelen’ (trouwlustig worden), beschrijft Loveling de tweespalt tussen de ongetrouwde notarisdochters Marie en Georgine over hun buurman en weduwnaar Luc Hancq, gezien vanuit Marie, de oudere en minst charmante van de twee. Uit het pistool dat in de eerste akte vergeven werd volgt dan – geheel conform de regel van Tsjechov – een schot.

‘Met eefer Georgine is hij toch nog heel anders, heel anders,’ hield Trientje vol, als een blinde dat mes in Marie’s hart omdraaiend, maar om haar meesteres, goedig, ook enige voldoening te gunnen of niet bepaald te weerspreken, gaf zij de verklaring: ‘Ge weet immers wel dat wie ergens te vrijen gaat, zelfs de hond van ’t hof gaarne ziet, ge zijt de hond van ’t hof en daarom…’

Marie steelt in elk opzicht de show. Haar tragikomische gevoelsleven is zowel voorstelbaar als volkomen onvoorspelbaar. Ik moest soms denken aan het literair naturalisme van Émile Zola (Thérèse Raquin), dat ook de grenzen van de menselijke psyche opzoekt. Loveling gaat die hier en daar voorbij, maar het levert spectaculaire literatuur op. Ik ben blij dat de hernieuwde aandacht voor vrouwelijke schrijvers uit het verleden haar werk nieuw elan heeft gegeven.