Peter Boot rated Ancient Peru: 3 stars

Ancient Peru by Luis Felipe Villacorta Ostolaza, Stephen Light
Ancient Peru, Incas and Pre-Incas is a guide that provides readers with a better understanding of the originality and historical …
I might migrate from GoodReads, I'm testing the waters here. One thing that I wonder about is language use. I want to use my mother tongue (Dutch) when reviewing. But that feels pretty pointless when there are hardly Dutch speakers around.
This link opens in a pop-up window
19% complete! Peter Boot has read 10 of 52 books.
Ancient Peru, Incas and Pre-Incas is a guide that provides readers with a better understanding of the originality and historical …
Ancient Peru, Incas and Pre-Incas is a guide that provides readers with a better understanding of the originality and historical …
Echt een prachtig boek. Een 'Bildungsroman', zegt de inleiding, maar het boek speelt zich af in de leeftijd van de basisschool, het lijkt me te jong voor een Bildungsroman. Het is wel de geschiedenis van een desillusie, van het verlies van onschuld en naïviteit, van een volwassenwording, ook al is de hoofdpersoon Julius aan het eind pas twaalf jaar. Zijn aanvankelijke onwetendheid, nieuwsgierigheid, openheid en vertrouwen worden vernietigd onder de corrumperende invloeden van de omgeving, vooral de familie. Julius groeit op in de Peruaanse upper class: een batterij bedienden zorgt voor het huishouden, moeder en stiefvader en broers zijn elk op hun eigen manier genotzuchtige types zonder interesse of respect voor anderen. Beide oudere broers vallen als ze de leeftijd daarvoor bereikt hebben de dienstmeisjes lastig en het zijn de dienstmeisjes die het moeten bezuren. Julius is de enige in de familie die de bedienden als mensen ziet, en voor …
Echt een prachtig boek. Een 'Bildungsroman', zegt de inleiding, maar het boek speelt zich af in de leeftijd van de basisschool, het lijkt me te jong voor een Bildungsroman. Het is wel de geschiedenis van een desillusie, van het verlies van onschuld en naïviteit, van een volwassenwording, ook al is de hoofdpersoon Julius aan het eind pas twaalf jaar. Zijn aanvankelijke onwetendheid, nieuwsgierigheid, openheid en vertrouwen worden vernietigd onder de corrumperende invloeden van de omgeving, vooral de familie. Julius groeit op in de Peruaanse upper class: een batterij bedienden zorgt voor het huishouden, moeder en stiefvader en broers zijn elk op hun eigen manier genotzuchtige types zonder interesse of respect voor anderen. Beide oudere broers vallen als ze de leeftijd daarvoor bereikt hebben de dienstmeisjes lastig en het zijn de dienstmeisjes die het moeten bezuren. Julius is de enige in de familie die de bedienden als mensen ziet, en voor zover er sprake is van opvoeding, is juist dat iets wat de stiefvader hem probeert af te leren. De tekening van personages, sfeer en interactie tussen mensen is heel goed. We zien trouwens niet alles uit Julius' blik. Als we meekijken met de volwassenen op een receptie of op de golfclub, of met de broers in de nachtclubs, zien we de wereld waar Julius ook in terecht zal komen. Zal hij zijn zachtaardigheid en gevoeligheid kunnen bewaren? Zal hij zich in de wereld van de volwassenen kunnen handhaven?
Bijna dertig procent van de bevolking lijdt volgens het Trimbos-instituut vroeg of laat aan ernstige angstklachten. Regine Dugardyn is een …
Mooi boek dat de vraag bespreekt wat het debat over therapie en antidepressiva betekent voor de patiënt. Vlaamse en Nederlandse psychiaters, therapeuten en onderzoekers hebben de laatste jaren geschreven over de toename van het aantal psychische klachten, het toenemend gebruik van antidepressiva en de overbelasting van de geestelijke gezondheidszorg. Vaak hebben ze daarbij gewezen op cliënten die gewone levensproblemen bij de psycholoog zouden deponeren en die niet meer zouden kunnen omgaan met tegenslagen. De achtergrond voor deze standpunten is een cultuurkritiek waarbij het neoliberalisme (wie anders?) verantwoordelijk is voor een ziekmakende prestatiemaatschappij. Maar moet de nog enigszins functionerende patiënt zich nu een aansteller voelen, iemand die de kostbare tijd van de therapeut verdoet en braaf de pillen slikt die de farmaceutische industrie ons opdringt? De hoofdstukken behandelen de vragen welk psychisch lijden bij het leven hoort en welk niet meer, wat de zin en onzin is van psychiatrische diagnoses, wat …
Mooi boek dat de vraag bespreekt wat het debat over therapie en antidepressiva betekent voor de patiënt. Vlaamse en Nederlandse psychiaters, therapeuten en onderzoekers hebben de laatste jaren geschreven over de toename van het aantal psychische klachten, het toenemend gebruik van antidepressiva en de overbelasting van de geestelijke gezondheidszorg. Vaak hebben ze daarbij gewezen op cliënten die gewone levensproblemen bij de psycholoog zouden deponeren en die niet meer zouden kunnen omgaan met tegenslagen. De achtergrond voor deze standpunten is een cultuurkritiek waarbij het neoliberalisme (wie anders?) verantwoordelijk is voor een ziekmakende prestatiemaatschappij. Maar moet de nog enigszins functionerende patiënt zich nu een aansteller voelen, iemand die de kostbare tijd van de therapeut verdoet en braaf de pillen slikt die de farmaceutische industrie ons opdringt? De hoofdstukken behandelen de vragen welk psychisch lijden bij het leven hoort en welk niet meer, wat de zin en onzin is van psychiatrische diagnoses, wat antidepressiva kunnen doen, wat de waarde is van (de verschillende vormen van) psychotherapie en waarom kritiek op het neoliberalisme geen afdoende antwoord is op psychisch leed. Als ervaringsdeskundige en filosoof ontleedt Dugardyn de claims van de verschillende critici. Ze wordt gemotiveerd door het gevoel van miskenning dat ze ervaart bij het lezen van de wilde generalisaties van de critici. Het is een heel persoonlijk boek. De hoofdstukken beginnen vaak met een fragment uit haar eigen therapeutische geschiedenis en onderzoeken wat over het betreffende aspect door de critici is geschreven. Ze leest hun teksten zorgvuldig, erkent waar ze gelijk hebben, ze houdt rekening met hun onderlinge verschillen. Maar ze laat haar eigen ervaringen niet door de 'sterpsychiaters' uitwissen. (Haar eigen therapeuten hebben haar gelukkig (meestal) wél serieus genomen). Het wel een beetje droevig dat het nodig is dat een patiënt ons bestaansrecht bij de therapeuten moet verdedigen. Ik ben blij dat Dugardyn dit boek geschreven heeft.
Ancient Peru, Incas and Pre-Incas is a guide that provides readers with a better understanding of the originality and historical …
Bijna dertig procent van de bevolking lijdt volgens het Trimbos-instituut vroeg of laat aan ernstige angstklachten. Regine Dugardyn is een …
Een expert op het gebied van winkel- en warenhuismanagement krijgt de financieel aantrekkelijke opdracht om de mogelijkheden te onderzoeken voor …
Het boek begint heel veelbelovend. Mathijsens bewondering voor Betje Wolff is voelbaar, en ze weet die goed aan de lezer over te brengen. Wolffs leven kent een in veel opzichten dramatisch verloop, en ze heeft de bekrompen, kwaadsprekende gereformeerden flink op hun ziel gegeven. Mathijsen citeert veel uit de brieven; daarin klinkt een levendige, originele en directe stem, je zou er graag een bloemlezing uit lezen. Na verloop van tijd wordt het allemaal toch iets minder meeslepend. De pamfletten waarmee ze beroemd en berucht werd maken plaats voor veel verhandelingen over de deugd en de opvoeding. Veel van haar productie was expliciet didactisch. Wat op zich voor de letterkundige die ik ook ben nog wel interessant is. Maar dat geldt wat minder voor de opsommingen van de vriendschappen en contacten die Wolff (later samen met Deken) onderhield. Eén van de innemende aspecten van het boek is dat de biograaf haar …
Het boek begint heel veelbelovend. Mathijsens bewondering voor Betje Wolff is voelbaar, en ze weet die goed aan de lezer over te brengen. Wolffs leven kent een in veel opzichten dramatisch verloop, en ze heeft de bekrompen, kwaadsprekende gereformeerden flink op hun ziel gegeven. Mathijsen citeert veel uit de brieven; daarin klinkt een levendige, originele en directe stem, je zou er graag een bloemlezing uit lezen. Na verloop van tijd wordt het allemaal toch iets minder meeslepend. De pamfletten waarmee ze beroemd en berucht werd maken plaats voor veel verhandelingen over de deugd en de opvoeding. Veel van haar productie was expliciet didactisch. Wat op zich voor de letterkundige die ik ook ben nog wel interessant is. Maar dat geldt wat minder voor de opsommingen van de vriendschappen en contacten die Wolff (later samen met Deken) onderhield. Eén van de innemende aspecten van het boek is dat de biograaf haar meeleven met de personages laat merken. Als, een paar dagen na Wolffs dood, Dekens kist naast de hare in het graf wordt gelegd, noteert de biograaf dat ze 'in tranen' is. Een paar curieuze bladzijden in het boek zijn de bladzijden die Mathijsen wijdt aan de vraag of Wolff en Deken lesbisch waren. Mathijsen betoogt dat dat een onhistorische vraag is, maar heel overtuigend is dat betoog niet. Ze zegt ook: wat doet het er toe? Dat is in eerste instantie wel begrijpelijk, want het voelt onkies aan om de vraag te stellen. Maar het doet er natuurlijk wel degelijk toe. Mathijsen noemt haar boek een 'emobiografie', ze is dus geïnteresseerd in het emotionele leven van haar hoofdpersoon. Het is ondenkbaar dat een lesbische verhouding daarin geen verschil zou maken. Zo'n verhouding zou ook haar geschriften over de deugd in een ander daglicht plaatsen.
Assistent-officier van justitie Chacaltana, levend in de papieren werkelijkheid van de wetboeken, wordt geconfronteerd met diverse moorden en het volstrekt wetteloze gedrag van politie en leger. Het is begin 2000 in Ayacucho. Lima wil horen dat Sendero Luminoso is verslagen, Fujimori wil herkozen worden. Chacaltana raakt het spoor kwijt tussen verschrikking, verwarring, ambitie, liefde, en de gebeurtenissen uit het eigen verleden die hij zich niet wil herinneren.
Aanvankelijk dacht ik een politieke roman te gaan lezen: het eerste motto stelt min of meer dat politiek geweld onvermijdelijk en misschien wel te rechtvaardigen is in een samenleving die zo corrupt en extreem ongelijk is als de Peruaanse. De twee andere motto's zijn citaten van Sendero-leider Guzmán en van Helmuth von Moltke, een Pruisische generaal die door Sendero werd geciteerd over de positieve aspecten van oorlog. Aan het begin lijkt het boek een satire op de wereldvreemdheid van Chacaltana enerzijds en de …
Assistent-officier van justitie Chacaltana, levend in de papieren werkelijkheid van de wetboeken, wordt geconfronteerd met diverse moorden en het volstrekt wetteloze gedrag van politie en leger. Het is begin 2000 in Ayacucho. Lima wil horen dat Sendero Luminoso is verslagen, Fujimori wil herkozen worden. Chacaltana raakt het spoor kwijt tussen verschrikking, verwarring, ambitie, liefde, en de gebeurtenissen uit het eigen verleden die hij zich niet wil herinneren.
Aanvankelijk dacht ik een politieke roman te gaan lezen: het eerste motto stelt min of meer dat politiek geweld onvermijdelijk en misschien wel te rechtvaardigen is in een samenleving die zo corrupt en extreem ongelijk is als de Peruaanse. De twee andere motto's zijn citaten van Sendero-leider Guzmán en van Helmuth von Moltke, een Pruisische generaal die door Sendero werd geciteerd over de positieve aspecten van oorlog. Aan het begin lijkt het boek een satire op de wereldvreemdheid van Chacaltana enerzijds en de boosaardigheid van de militairen anderszins. Later lijkt het soms alsof iedereen bloed aan zijn handen heeft. Ook Chacaltana is een verkrachter en een moordenaar. Het boek wordt dan meer een psychologische thriller.
Aan het eind van het boek is de militaire commandant van de stad niet meer helemaal compos mentis. Hij lijkt te worden vervolgd door de doden die hij en zijn companen op hun geweten hebben. Zo af en toe lijken die doden, of hun familieleden, ook in te breken in het verhaal, als ze in gebrekkige spelling en zonder interpunctie het perspectief geven van de slachtoffers van de vuile oorlog.
Het boek begint met een officieel rapport dat door Chacaltana wordt getikt. De lezer gaat begrijpen dat Chacaltana geen benul heeft van hoe het er buiten zijn bureau aan toegaat. Het boek sluit af met een ander officieel rapport, nu een rapport over de gebeurtenissen waarover het boek vertelt. Opnieuw een papieren werkelijkheid die met de echte niets heeft uit te staan, maar nu getikt door een officier van de inlichtingendienst, die heel goed weet dat zijn rapport van het begin tot het eind is gelogen.
Los van literaire merites (ik geloof niet dat ik het boek zo heel goed vind, ik heb het gevoel dat de schrijver niet zo goed wist wat voor boek hij wilde schrijven) een geweldig boek voor wie zich verdiept in de cultuur en geschiedenis van Peru. Veel couleur locale, uitgebreide toelichting op de viering van de Semana santa in Ayacucho en veel onverwerkt verleden. Het Spaans is ook niet zo moeilijk.